3. Julius Clauwaert ——- 1-3-2002
Beste vrienden
In bijlage vindt U de originele tekst waarop de auteur Lodewijk Lievevrouw-Coopman in de Oost-Vlaamse Zanten XVIII (1943) 61-69 zich gebaseerd heeft. Maar de auteur heeft een duidelijke lapsus begaan onderaan blz 109 bij het overnemen. De originele tekst heeft het over drye clauwen van liebaerts zonder verder te refereren naar de graaf van Vlaanderen.
Ik weet niet wat de betekenis is van het boek Memorieboek der stad Ghent. Ik heb duidelijk een gedrukte versie gezien maar ik kan uit het 1ste volume, dat ik geraadpleegd heb, niets afleiden.Er staan geen auteurs en ook geen referenties. Deze boeken worden bewaard in de boekentoren van de Universiteit te Gent. Men moet deze boeken aanvragen ter consultatie en eventueel komen ze op dezelfde dag te voorschijn of de volgende dag. Misschien staat meer uitleg in het laatste volume van deze reeks (er zijn 4 volumes). Ik zal de andere volumes de volgende week eens aanvragen.
We gaan vooruit
Groeten JuliusBlad 109
1380
Item, in dit jaer was de cappe op ‘t beelfroet te Ghent ghemaect. [I.tem, in.dit jaer was de cappe up ‘t beelfroot ghemaeckt , en de met scaelgen ghedect, ende den 9 July zoo verberrende den turren ten Jacoppynen te Ghendt. \Bibl.)l Item, in dit jaer was ‘t pongijs te Langerbrugghe. [In dit jaer was eenen Lievin Rijnvisch onthooft op de Hoochbrugghe. (8. G.)] Item, in dit voornoemde jaer was de wijch te Langerbrugge noch eens en de t’Everghem. Item” in dit jaer quam de grave Lodewijc ligghen te Ghent voor de Waelpoorte. Item, in dit jaer verberrende de Jacoppynen torre te Ghent. Item, in ‘t zelve jaer den Xe wedemaent was Gheertsberghe ghewonnen. Item, in dit zelve jaer was Brugghe ghewonnen ende tweewaerf binnender stede van Brugghe zeere ghevochten , die van Ghent jeghens die van Brugghe, daer vele volcx bleef an beede zyden; ende men hiet te Brugghe die van Ghent Clauwaerts omDie dat zy droughen op hare mauwe drye clauwen van liebaerts, en de die van Brugghe hiet men Lelyaerts, ende men zeyde :blad 110
Clauwaert, Clauwaert, wacht u van den Lelyaert; Gaet ghy niet ghendewaert , Ghy laetter uwen tabbaert ; ,Al waert ghy noch zoo zeere ghebaert , Zy zullen u maken vervaert.4. Julius Clauwaert ——- 1-3-2002
De naam Clauwaert is, onder voorwaarde dat het document in bijlage juist is,ontstaan op 13 mei 1380, een beetje als grap door Jan Hyoens. Dit was de deken der Gentse schippers, en de leider der Witte Kaproenen. Dit waren de Gentse stoottroepen, die alle vuile karweitjes deden. Ze hebben onder andere de graafwerken van de Bruggelingen aan een verbinding met de Leie in Deinze vernietigd in dezelfde periode. Het schild van de Arteveldes bevat 3 kaproenen (kaproen is een soort helm-muts).De schrijver van de tekst is zeker geen supporter van de Gentenaars want hij heeft het over een kinderversje
Och Clauwaert, Clauwaert Hoed U van denLelyaert Gaet gy niet t’huuswaert Ghy laet er uwen tabbaert.
Zijn latijn trekt ook op niet veel. Julius Corpus Chronicum Flandriae T I J.J.S DE Smet MDCCCXXXVIIP 236-237
Anno sequenti MCCCLXXX, die decima tertia Maii, venerunt Gandenses Brugis cum magna multitudine , et iverunt ad forum diei Veneris , quod tanquam castrumforte tenuerunt. Brugenses vero congregaverunt se ad forum villae;et macellariis, pisicatoribus, civibus, grauwerkers, cortariis, makelaers, qui juxta forum villae commorabantur 1 congregatis, cum vexillo principis iverunt ad forum diei Veneris clamantes : ” Vlaendren ende Leeuwe. ” Gandenses vero clamabant: ” Edele clauwaerts slaet doot de Lelyaerts. “. Hic nota quod Joanes Hyoens, capitaneus Gandensium, dedit liberatam 1 seu liberturam vernaculis suis cum sequentibus manicam albam in sinistra, insertam peditum leonum nigris. Idcirco Gandenses clamaverunt : ” Och edel clauwaerts s1aet doot de Lelyaerts. ” Brugenses paulatim creverunt in permaximam multitudinem , et accedentes ad forum diei Veneris , partim ten B1eydelkine , partim ubi Bouverie, partim der W ulfarde poort, N oortsantstraete, partim ex parte sancti Salvatoris, et dicti Brugenses ex parte occidentali super Gandenses venientes ceperunt et coëgerunt eos vi retrocedere de foro, quia non potuerunt fugere. Et Brugenses super eos irruentes submerserunt et collum frangere praecipites fecerunt. Et sic Brugenses triumphaverunt de Gandensibus.Unde fuit proverbium et cantus puerorum :
Och Clauwaert, Clauwaert Hoed U van den Lelyaert Gaet gy niet t’huuswaert Ghy laet er uwen tabbaert Et prima die Junii, Gandenses
1 Cod.Brug. vernaculis sius,,qui